Rond 1500 liet Agnes van der Eze van Gramsberge (echtgenote van de ridder Vincentius van Buren) een vier hectare groot bos aanleggen met een netwerk van fraaie holle paden rond een oude Germaanse offerheuvel.

Deze heuvel wordt gemarkeerd door een merkwaardige hoekige steen en schijnt een oud kuuroord van de Kelten te zijn geweest. Sommige mensen menen nog de aanwezigheid van gebundelde energieën te kunnen voelen. Volgens wichelroedelopers bevindt er zich een concentratie aan krachtlijnen, een zogenaamd Epicentrum, bij deze heuvel.

Tegenwoordig heet dit het Gramsberger Bosje. In dit bosje bevinden zich twee heuveltjes, waarvan één wordt gemarkeerd door de al genoemde steen. De andere heuvel is de ‘Paardenberg’. Dit was de plek waar men overleden paarden heen sleepte en begroef.

De steen staat bekend als de ‘Kindersteen’. In Gramsbergen komen de kinderen niet uit de boerenkool of van de ooievaar maar worden baby’s onder de kindersteen vandaan gehaald. De steen speelde ook een rol bij het oude paasspel. Jongens moesten geblinddoekt en met een grote stok een weg zoeken van het Meiboomsplein naar de kindersteen. Het kanaal was er toen nog niet. Had men de steen gevonden dan mocht de blinddoek af en ging men joelend en blazend op koehoorns weer terug naar het plein om het paasvuur aan te steken.

In 1999 werd een kunstwerk geïnstalleerd in het Gramsberger Bosje als onderdeel van een 150 kilometer lange kunstroute langs de Vecht. De Chinese kunstenaar Cai Guo-Qiang maakte het kunstwerk ‘Skylight’, bestaande uit een aantal metalen vliegers die hoog in de bomen hangen.